De Tachtigjarige Oorlog: 1568 tot 1648

Begin 16de eeuw stond Nederland onder de bezetting van het Spaans- Habsburgse rijk. Dit rijk was rooms-katholiek en duldde naast deze godsdienst geen andere godsdienst in het rijk. Vanaf 1556 werd dit rijk geleid door Filips II. Filips II wilde zijn rijk zo groot mogelijk houden en drukte elke vorm van verzet de kop in. Ook wilde Filips II voorkomen dat andere godsdiensten in het rooms-katholieke rijk zouden binnen dringen.

 

Filips II was de zoon van Keizer Karel V en hij was al begonnen met de strijd tegen de protestanten, waaronder ook de calvinisten vielen. In Nederland begon het calvinisme zich echter steeds verder te ontwikkelen. Deze calvinistische ontwikkeling ontstond in eerste instantie in de zuidelijke delen van Nederland, maar al snel verspreide het calvinistische gedachtegoed zich uit over een groot deel van Nederland. De protestanten begonnen openlijk hun ongenoegen te uiten over de rooms-katholieke Spaanse bezetter. Toen de Spaanse bezetter hard op trad tegen de protestanten lokte dit alleen maar meer verzet uit. De strijd was echter niet alleen van godsdienstige aard. De protestanten wilden een vrij Nederland hebben dat niet meer onder het juk van de Spanjaarden was geplaatst. Uiteindelijk zou deze onafhankelijkheidsstrijd 80 jaren in beslag nemen. De tachtigjarige oorlog duurde van 1568 tot 1648. Er was in deze periode een twaalf jarig bestand tussen 1609 en 1621. In deze periode werd er officieel niet gevochten tussen de partijen. Willem van Oranje zou een belangrijke rol spelen in de organisatie van het protestantse verzet.

 

Huidige situatie
In de huidige provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Zeeland bevinden zich in de omgeving van de grens tussen België en Nederland meer dan 160 forten, redouten en versterkte stadjes die door Spaanse, Nederlandse en Franse legertroepen aangelegd werden tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568 - 1648) en de Spaanse Successieoorlog (1701 - 1714). Heel wat van deze forten zijn met elkaar verbonden door middel van liniedijken. Deze verdedigingswerken worden de Staats-Spaanse Linies genoemd.

De meeste versterkingswerken werden aangelegd volgens het Oud-Nederlandse vestingstelsel, oorspronkelijk ontworpen door Simon Stevin. Deze onderscheidden zich van de door de Italianen ontwikkelde stijl door het gebruik van natte in plaats van droge grachten, en door de kleinere verdedigingswerken, zoals schansen, een vierkante in plaats van vijfhoekige vorm te geven, wat goedkoper was. Een aantal sites werden ook in latere oorlogen nog herbruikt, en aangepast volgens de toen gangbare vestingbouwkundige principes.

Sommige verdedigingswerken zijn nog goed zichtbaar in het landschap (voorbeelden zijn Fort Nassau bij Retranchement, Fort Liefkenshoek en de stadswallen van vestingstad Hulst), andere zijn nog nauwelijks te zien, en alleen maar met een geoefend oog terug te vinden. Heel wat zijn nu natuurgebiedjes gevonden, en hebben een hoge ecologische waarde.

© 2019 Tony De Wilde. All Rights Reserved.

Please publish modules in offcanvas position.